Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [43]Lachte ik hun toe, zij [44]geloofden het niet; en [45]het licht mijns aangezichts deden zij niet nedervallen. 43. Of, jokte ik met hen. 44. Te weten, dat ik jokte; dat is, zij hadden mij in zulk een aanzien en waarde, dat zij mijn woorden, in jok gesproken, opnamen als in rechten ernst van mij voortgebracht. 45. Dat is, mij blij gelaat bedroefden of beschaamden zij niet, uit oorzaak dat ik met mijn jokken hen zou mogen schijnen veracht te hebben.